ICT heeft onze werkelijkheid onmiskenbaar veranderd door de razendsnelle technologische evoluties. Maar deze innovatieve technologieën zorgen ook voor problematische toeleveringsketens en productieprocessen. Bij de toeleveringsketen van één elektronisch apparaat zijn honderden toeleveranciers betrokken in een web dat de wereld doorkruist. De weg van grondstof tot eindproduct is een uiterst lange en complexe weg. De ontgonnen ertsen voor ICT komen via verschillende tussenpersonen, bij smelterijen en zo tot bij de assemblagefabrieken, om uiteindelijk in de winkel te belanden. Vandaag nemen wij u mee door deze productieketen.
Er bestaan verschillende manieren om grondstoffen te ontginnen. De meest gebruikte manier is de klassieke, grootschalige mijnbouw, die meestal door multinationals wordt bedreven. De technieken die in deze klassieke mijnbouw gebruikt worden kunnen we onderverdelen in twee categorieën: ‘oppervlaktemijnbouw’ en ‘ondergrondse mijnbouw’.
Oppervlaktemijnbouw is de meest gebruikte mijnbouwtechniek bij nieuwe mijnen. Bij deze techniek wordt de bodem volledig afgegraven, en gebeurt het scheiden van de mineralen en het overige bodemmateriaal volledig bovengronds. De eerste stap in dit ontginningsproces is het delven van het erts. Hierbij wordt eerst de vegetatie verwijderd en de ondergrond afgegraven tot aan de grondlagen die de kostbare ertsen bevatten. Waardevolle ecosystemen worden ontregeld en de vruchtbare toplaag van de bodem wordt verwijderd. Het spreekt voor zich dat dit een enorme impact heeft op het plaatselijke ecosystemen en op het leven van de omliggende gemeenschappen.
Naast de impact op het plaatselijke ecosysteem kan de mijnbouw ook een invloed hebben op het maatschappelijk weefsel van de gemeenschappen. De lokale gemeenschap verliest vaak de toegang tot land en drinkbaar water door bv. de waterverontreiniging als gevolg van de mijnbouw. Bovendien bevatten ICT-apparatuur zeldzame materialen en conflictmineralen. Die conflictmineralen houden gewelddadige conflicten in stand, omdat de extractie van deze mineralen gewapende groeperingen voorziet van financiële middelen.
Ondanks het feit dat onze ICT gemaakt wordt in grote, vaak hoogtechnologische fabrieken, worden werknemers vaak geconfronteerd met meerdere schendingen van de mensen- en arbeidsrechten. Uit meerdere rapporten blijkt dat er sprake is van ernstige schendingen van de arbeidsrechten, waaronder zelfs moderne vormen van slavernij. Men stelt vast dat de fundamentele arbeidsrechten, zoals die in de ILO-conventies zijn vastgelegd, vaak niet gerespecteerd worden. Zo zien we dat de werknemers vaak overuren moeten presteren tegen lage lonen. Ze worden tewerkgesteld in tijdelijke, onzekere contracten en in een ongezonde werkomgeving. Er geldt in vele gevallen zelfs een (informeel) verbod op het recht om vakbonden te vormen of zich te organiseren.
De meesten onder ons willen hun ICT-apparatuur steeds laten voldoen aan de nieuwste trends. Maar de laatste trends die onlangs werden uitgebracht, kunnen al na enkele jaren verouderd en achterhaald zijn, de markt ontwikkelt namelijk voortdurend nieuwe producten en modellen.
Ook in Vlaanderen kopen we jaarlijks enorme hoeveelheden ICT die voldoen aan de laatste trends. Zoals we eerder aanhaalden is de impact van elektronica immens en de korte levensduur van onze elektronica vergroot deze impact exponentieel. De industrie houdt echter vast aan het lineair ‘take – make – waste’- businessmodel. Ter illustratie: de levensduur van de gemiddelde smartphone is ongeveer 2 jaar. Deze lineaire visie genereert een enorme hoeveelheid e-waste. Organisaties kunnen meewerken aan de verkleining van de enorme hoeveelheid e-waste door sociale en ecologische eisen aan hun vraag te koppelen. Een veranderende vraag kan namelijk een ander aanbod op de markt genereren. De koopkracht van aankopende organisaties kan op termijn dan ook een antwoord bieden op de problemen binnen de keten.
Grote fabrikanten maken producten die snel verouderen, moeilijk te repareren en zelfs moeilijk te recycleren zijn waardoor de hoeveelheid e-waste zeer sterk groeit. Volgens het World Economic Forum is e-waste nu de snelst groeiende afvalstroom ter wereld. Indien we nu niet ingrijpen, zal er in 2050 120 miljoen ton e-waste geproduceerd worden.
Slechts 20% van de wereldwijde e-waste wordt formeel gerecycleerd. Ondanks het toenemende aantal landen dat wetgeving opstelt rond e-waste, houden 41 landen nog steeds geen officiële statistieken over e-waste bij. Dit betekent dat de overige 80% van het e-afval op illegale stortplaatsen terechtkomt in Ghana, China, India of Nigeria, waar men de elektronica verbrandt om metalen vrij te krijgen. Deze manier van werken brengt heel wat ernstige milieu- en gezondheidsrisico’s met zich mee.