Bedrijven die draadloos internet aanbieden aan hun klanten moeten hun gebruikers kunnen traceren net zoals operatoren. Dat maakt van open wifi een complexe zaak, maar de regels worden versoepeld.
Wie een gastennetwerk aanbiedt in zijn bedrijf moet net zoals telecomoperatoren voldoen aan een aantal plichten. Zo moeten gebruikers identificeerbaar zijn en moeten bepaalde gegevens worden bijgehouden. Maar dat is geen evidentie en zorgt er voor dat bedrijven ofwel geen netwerk aanbieden of een hele aanmeldprocedure opstellen. Bovendien is het niet duidelijk wat er allemaal moet worden bijgehouden.
Op het Beltug Member Forum lichtte de telecomvereniging een aantal nieuwe afspraken toe die in samenspraak met het BIPT, de Privacycommissie en de FCCU zijn gemaakt. Het gaat momenteel nog om een voorlopig ontwerp, maar dat zou later deze week definitief gepubliceerd worden.
De nieuwe spelregels stellen dat operatoren die wifi willen aanbieden binnen hun bedrijf niet worden aanzien als operatoren. Dit op voorwaarde dat het signaal niet buiten de bedrijfsmuren gaat, waarbij het in theorie alsnog door onbekenden kan worden misbruikt.
Overheidsgebouwen wel, festivals niet
Extra interessant voor overheden is dat de regel ook van tel is op overheidsgebouwen zoals gemeentehuizen, bibliotheken of Ocmw's. Ook al gaat het hier eigenlijk om publieke plaatsen. Enige uitzondering zijn publieke hotspots die je buiten in de stad kan gebruiken. Daar moet je dus via een unieke login verbinding maken. Ook tijdelijke hotspots, zoals op festivals, vallen niet onder de nieuwe regels.