10 kaarsjes voor de Vlaamse Virtuele Gemeente.
Lokale overheden hebben in de opbouw van hun informatiesystemen en de automatisering ervan, naast de bovenlokale (Vlaams en federaal) informatiesystemen en -architectuur, heel wat informatievoorzieningen opgebouwd die nog vaak los van elkaar staan. Niet alle systemen zijn daarbij aangesloten op een federale of gewestelijke informatie infrastructuur, noch op de authentieke bronnen of basisregistraties, en werken vaak autonoom in hun eigen afhandeling van het dienstverleningsproces vanuit één specifiek businesscomponent opgezet. De end-to-end keten afhandeling is daarbij soms kunstmatig opgezet en het uitwisselen van gegevensstromen of processen verloopt vaak stroef, vooral bij het gebruik van authentieke gegevensbronnen of basisregistraties.
De steeds wijzigende werking rond dienstverlening, wetgeving, beleid per legislatuur, geven behoefte aan een dynamische opzet van informatiebeheer en generieke dienstverleningscomponenten (referentiecomponenten).
De meeste automatiseringsaanvragen gaan nog steeds over de automatisering van bestaande processen zonder op een geïntegreerde manier controle over een geheel aan standaarden en/of architectuur te houden, of er rekening mee te houden. Voor een gemiddeld lokaal bestuur is dit dan ook een hele opgave en er dient nagedacht over samenwerkingsverbanden waarbij opdrachthouderschap, leveranciersmanagement, portfoliomanagement, servicelevelmanagement collectief kunnen bekeken worden voor ALLE lokale besturen. Op vandaag hebben we hiervoor richtbakens zoals OSLO, VlaVirGem, VLOCA, … die stapsgewijs in elkaar dienen te vloeien, gelaagd maar geconnecteerd.
In elk overzicht rond dienstverlening zien we een bestuurlijke, organisatorische en technische laag. Zo betekent het thema “efficiënt werken” op het bestuurlijke niveau, voor de organisatie de veranderingsopgave rond “processanering en -vereenvoudiging” en technisch vloeien er dan informatie en technologische “bouwblokken” uit naar voor. Door de opgezette thema’s telkens in één overzicht te hanteren, wordt een basis gelegd voor een gelaagde architectuur voor de volledige organisatie.
In 2013 werd bescheiden en stapsgewijs zo’n referentiearchitectuur opgezet. Net zoals men bij het bouwen van een huis een architectuurplan opmaakt – om stenen, ramen, dakpannen, enz … de juiste plaats te geven - heeft een virtuele (online) gemeente ook zo’n architectuurplan nodig om de juiste generieke bouwblokken op te zetten en een correcte plaats in het geheel te geven.
Deze architectuur werd beschikbaar gemaakt voor alle lokale besturen en alvast gebruikt binnen een gezonde groep van lokale overheden en projecten. Op 11 mei willen we alvast tien bescheiden kaarsjes uitblazen op ShoptIT - KLIK HIER - in Gent Expo op een mooie toekomst voor één generieke architectuur.