Inloggen Geen profiel? Registreer hier.

Referentiearchitecturen: e-Commerce versus e-Government

15/09/2016

Net zoals digitaal het nieuwe normaal werd, is door heel wat bedrijven de afgelopen jaren flink ingezet op de wereld van de e-commerce. Via bol.com tot Zalando bezorgen leveringsdiensten de talrijk bestelde pakketten via een totaal andere manier van winkelen de goederen tot bij de klant, de concurrentiestrijd tussen transport en leveringsbedrijven verplaatst zich naar kwalitatieve parameters zoals snelheid van levering en bulktransport. Iets wat voor 23u59 is besteld, wordt de volgende ochtend geleverd. In een domein waarbij de éne ons meegeeft dat we in België de strijd met de buitenlandse e-commerce bedrijven verloren hebben, meent de andere dat we flinke stappen vooruit aan het zetten zijn.

Het raamwerk waarop de meeste modellen van “elektronisch zaken doen” werden vastgelegd, is onder andere gebaseerd op een paper van Greefhorst (2011). In zijn architectuurvisie onderzocht hij de hoofdlijnen binnen een Europese context en vond hij een manier om dit model maximaal te generaliseren en te optimaliseren. De “muurtjes” die verhinderden dat burgers en bedrijven eenvoudig zaken konden gaan doen bij hun leveranciers van producten en diensten, ontstonden volgens hem te vaak vanuit land specifieke wet- en regelgeving, maar ook door de te grote diversiteit aan standaarden. Waar hebben we dit nog gehoord?

Via de "Digital Agenda Europe" wenst men hieromtrent enkele van die bestaande muren af te breken om te komen tot één grote digitale Europese markt. Het ontbreken van een beschrijving van de inrichting die werd beoogd, heeft Greefhorst ertoe aangezet om een architectuurvisie op te stellen die deze op zijn hoofdlijnen beschreef.

Hierbij is Greefhorst ondermeer van mening dat een digitaliseringsproject zoals “digitale agenda” pas echt kan gaan “leven” als alle consequenties voor de betrokken organisaties voldoende helder zijn en omschreven in de vorm van een referentiearchitectuur - noem het een blauwdruk of een plan hoe men het "huis van commerce" wil gaan bouwen.

Hij definieerde in zijn architectuur de bijhorende eigenschappen die essentieel waren om de vooropgestelde doelen te bereiken. Deze bevatte actiegebieden die vertaald werden naar essentiële eigenschappen en naar een meer visueel model (zie figuur).

 

Hoog niveau architectuurvisie (Greefhorst)

Centraal in dit model staan afnemers van producten en diensten onder de vorm van burgers en bedrijven, een klassiek overheidsdienstverleningsconcept met als ondersteunende voorzieningen de basisregistraties, (herbruikbare) bouwstenen, standaarden en een goede verbinding.

De relatie die hierbij in een degelijk “e-commerce” model ontstaat tussen de product- en dienstenleverancier en hun afnemers dient echter te voldoen aan een aantal vastgelegde principes en eisen: toegankelijkheid, transparantie, interoperabiliteit en betrouwbaarheid als eigenschappen naar de externe partijen toe, terwijl men intern het model innovatief, duurzaam, gestandaardiseerd en tot slot veilig dient op te zetten. Vooral de vertrouwelijkheid, integriteit en permanente beschikbaarheid van informatie dient gegarandeerd binnen zo’n model. Het risico bij het elektronisch beschikbaar stellen van diensten ligt hoger en dus werd voor hen veiligheid een randvoorwaarde voor betrouwbaarheid.

Relatie tussen afnemers en leveranciers (Greefhorst)

In een digitaal opgezette commerciële wereld kan volgens hem niet alle verantwoordelijkheid bij de leveranciers worden geplaatst, ook de overheid heeft hierbij zijn verantwoordelijkheid en deze dient kaders te scheppen waardoor de grenzen voor elektronisch zakendoen kunnen verdwijnen.

De meeste van die door de overheid op te zetten voorzieningen zijn zelfs randvoorwaardelijk: snelle verbindingen, standaarden, bouwstenen en Europese basisregistraties. In een bijkomende architectuurplaat gaf men meer in detail weer welke componenten (ofwel voorzieningen) volgens hen noodzakelijk zijn binnen zo’n digitaal framework.

 

Voorzieningen die noodzakelijk zijn voor één digitaal Europa (Greefhorst)

Het bovenstaand “model Greefhorst” is principieel niet verschillend voor e-Government, wel integendeel – een privaat publieke samenwerking is vereist om tot een uiteindelijk succesvol model te komen. Niet in het minst omdat ook voor de manier waarop overheidsinstellingen werken en omgaan met hun vernieuwde manier van dienstverlening - onder de niet te miskennen doch zachte invloed van New Public Management – dit model tevens begrijpbaar en transponeerbaar is naar lokale overheden toe.

De “kleinschaligheid” en begrijpbaarheid van het model geeft ook meteen de invloed van de bovenliggende, broodnodige voorzieningen weer t.e.m. het Europese niveau of met andere woorden over alle lagen van overheden heen.

De les die wij alvast meenemen in ons werk van de komende periode, is dat wanneer men dergelijk model naar een ruim publiek wil opentrekken, de betrokkenheid van centrale overheden essentieel is.

Met focus op dit model – als referentiearchitectuur – komt de behoefte aan goede (herbruikbare) bouwstenen nogmaals duidelijk naar voor.

Tijdens de gezamenlijke bijeenkomst regionale kenniskringen Oost-Vlaanderen bespreken we dit model en kijken we ondermeer verder omtrent hoe we op een pragmatische manier dit soort modellen ook bij kleine lokale besturen kunnen neerzetten.