De digitale agenda vormde 2 dagen lang de rode draad doorheen Manage IT. Om van die digitale agenda een succesverhaal te kunnen maken dringt samenwerking zich op. We moeten niet alleen samenwerken tussen besturen over de bestuursniveaus heen, maar we moeten ook over het muurtje durven kijken en goede praktijken vanuit internationaal perspectief actief oppikken. Het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal heeft aandacht voor deze samenwerking. Zo is er binnen het project VLAVIRGEM (1 van de goedgekeurde hefboomprojecten binnen het programma) aandacht voor samenwerking met verschillende partners (V-ICT-OR, VVSG en Informatie Vlaanderen), maar is er ook bijzondere aandacht voor de samenwerking met lokale besturen (co-creatie).
Tijdens de eerste plenaire sessie stelde Daniëlle Jacobs (BELTUG) dat er op vlak van digitale technologie gemeenschappelijke problemen en opportuniteiten zijn voor publieke overheden en private bedrijven. Een bevraging toonde bijvoorbeeld aan dat zowel ambtenaren als private ondernemers wakker liggen van ‘cloud en veiligheidsrisico’s en van ‘business continuïteit’. Ander gemeenschappelijke thema’s zijn afspraken met werknemers over het gebruik van smartphones, tablets en laptops, maar bv. ook softwarelicenties. Een bijzonder actueel thema dat de interesse opwekt van Daniëlle Jacobs is hoe lokale besturen aankijken naar e-facturatie. Hoe kijkt u als lokaal bestuur naar e-facturatie? Is het voor u als lokaal bestuur haalbaar om alle transacties tegen 2020 te digitaliseren?
Tijdens een discussietafel poneerden we een aantal stellingen waar Brian Kelley (US), Bjorn Devidts (Informatie Vlaanderen), Arend Van Beek (Nederland) en Herman Callens (VVSG) hun mening met het publiek mochten delen. Volgende stellingen kwamen aan bod.
Het is de taak van de centrale overheid om te zorgen dat er een impactanalyse wordt uitgevoerd voor de werking in lokale besturen bij de introductie van nieuw beleid.
Voor de taken die de centrale overheid oplegt aan de lokale besturen, dient zij de minimale ICT toepassing aan te reiken.
De centrale overheid moet voor de basis authentieke gegevensbronnen, zoals personen, adressen, organisaties en locaties erop toezien dat deze als enige gebruikt worden.
De overheid kent maar 1 type proces: intake, behandelen, besluiten en afleveren.
Doorheen de discussie kwamen een aantal elementen vaak terug doorheen de diverse stellingen. Ten eerste benadrukt de Vlaamse overheid dat er in het verleden ook al aandacht was voor samenwerking, maar dat dit in de toekomst nog versterkt zal worden. Vanuit het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal is er bijzondere aandacht voor interbestuurlijke samenwerking. Ten tweede zien we ook dat er diverse initiatieven worden genomen om processen in kaart te brengen met het oog op vereenvoudiging en digitalisering. In 2015 liep er vanuit VVSG bijvoorbeeld een traject rond het standaardiseren van processen in samenwerking met de Vlaamse overheid. De collega’s uit Nederland wezen op het belang van samenwerking door van elkaar te leren, dit geldt in beide richtingen. De uitwisseling tussen Vlaamse en Nederlandse praktijken draagt bij tot een efficiëntere overheid.
Er werden een aantal parallelsessies gegeven, we blikken terug op een aantal van die sessies. Henk Smets en Marijke Verhavert (Informatie Vlaanderen) gaven een stand van zaken van de projecten die voortvloeien uit het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal. De principes werden kort toegelicht en vervolgens werd de planning per project gepresenteerd. Meer informatie over het programma is terug te vinden op: https://www.bestuurszaken.be/radicaaldigitaal.
Patrick Hermans (burgemeester Diepenbeek) illustreerde de voordelen van verplaatsbare camera’s in de gemeente. De technische werking van die camera’s werd ons toegelicht door een medewerker van Nextel (bedrijf in ICT en beveiliging). De camera’s werden initieel aangekocht om een aantal problemen rond zwerfvuil aan te pakken en om de overlast van studenten terug te dringen. De resultaten van die camera’s reiken echter veel verder dan deze problematieken. Niet alleen de gemeente maakt gebruik van de beelden, maar ook de politiezone kan dankbaar gebruik maken van de camera’s. Dit illustreert ook hoe samenwerking binnen de grenzen van de gemeente tot efficiëntiewinsten kan leiden.
Veronique Volders (Agentschap Binnenlands Bestuur) presenteerde de stand van zaken van het project ‘lokale besluiten als gelinkte open data’ (eveneens binnen het programma Vlaanderen Radicaal Digitaal). De drie belangrijkste uitgangspunten voor dit project werden als volgt omschreven:
Gegevensverzameling door en over overheden moet eenvoudiger.
Informatie moet verstaanbaar en bruikbaar tot bij ondernemingen, burger en andere overheden geraken.
Gegevensuitwisseling wordt overbodig als data gelinkt en zoveel mogelijk open zijn.
Vanuit dit perspectief is het project tot stand gekomen. Er loopt momenteel een experimenteel onderzoek met de partner I-Minds. Na deze fase volgt een business case en vandaaruit zal het vervolgtraject van dit project verder bepaald worden.
Ten slotte lichtte Herman Callens (VVSG) de I-Monitor toe: een nulmeting op basis van diverse thema’s om inzicht te krijgen in de maturiteit van lokale besturen op vlak van informatiehuishouding. Er worden ongeveer een 30-tal vragen verstuurd in de loop van november, gericht aan de gemeentesecretarissen. De resultaten worden verwacht eind januari 2016 en zullen naar analogie met de GIS-monitor publiek gemaakt worden.